Installatievoorwaarden eigen werkzaamheden laadpaal
Ga jij zelf de voorbereidingen voor de installatie van een laadpaal (laten) uitvoeren? Dan is het goed om te weten aan welke voorwaarden deze voorbereidingen moeten voldoen. Hier vind je de zeven installatievoorwaarden van Eneco eMobility. Deze voorwaarden gelden zowel voor de voorbereiding als de uitvoering van de installatie, inclusief de gebruikte materialen. De installatievoorwaarden garanderen een veilige, toekomstbestendige laadpaal van hoge kwaliteit.
Voor wie gelden de installatievoorwaarden?
De installatievoorwaarden gelden voor onszelf en voor klanten die zelf voorbereidende werkzaamheden uitvoeren voor de installatie van hun laadpaal. De voorwaarden gelden ook voor reeds aanwezige bekabeling van een oude laadpaal óf aangelegd tijdens de bouw van een nieuwbouwwoning.
We leggen hieronder graag uit welke installatievoorwaarden wij aanhouden en waarom.
De installatievoorwaarden van Eneco eMobility
Droge kruipruimte
Werken met elektriciteit kan gevaarlijk zijn, zeker in een vochtige omgeving. Vanwege de veiligheid van de monteurs dient de kruipruimte daarom droog te zijn.
Voedingskabeldikte van 6mm2
Het opladen van een elektrische auto vraagt veel vermogen en daarom ook om een minimale laadkabeldikte. Om oververhitting en onveilige situaties te voorkomen, installeren wij daarom altijd voedingskabels met een kabeldikte van 6mm2 (6 kwadraats).
Mantelbuis van 5cm diameter
Voor een kabeldikte van 6mm2 is een mantelbuis met een minimale diameter van 5cm nodig. Hier kunnen de elektriciteits- en UTP-kabel makkelijk doorheen getrokken worden.
Heb je al een mantelbuis liggen? Dan moet deze vrij toegankelijk en beschikbaar zijn.
Liggen er al kabels in deze mantelbuis? Dan moet de diameter tenminste 10 cm zijn, zodat de andere kabels erbij passen.
Gebruik je een omhulde voedingskabel? Dan is een mantelbuis niet verplicht. Let op dat de kabels of mantelbuizen direct vindbaar zijn tijdens de installatie, dit scheelt tijd.
Graafwerk en NEN1010-normering
Het graafwerk van de meterkast naar de laadpaal (het tracé) dient te voldoen aan de NEN1010-normering. Deze normering waarborgt een veilige diepte van de kabels in de grond. Zonder mantelbuis is dit 60 cm diep of direct onder tegels van straatwerk. Als de bekabeling door een mantelbuis loopt, mag de diepte minder zijn dan 60 cm.
Slimme meter met vrije P1-poort
Je slimme meter is standaard voorzien van een aantal poorten. Voor Load Balancing is een datakabel in de P1-poort nodig voor communicatie tussen je slimme meter en de laadpaal. Voor installatie van de laadpaal is daarom een vrije P1-poort noodzakelijk. meer info over de vrij P1-poort vind je hier.
UTP-Kabel
Er is een UTP-kabel nodig om de laadpaal te verbinden met het internet. Deze UPT-kabel moet minimaal een Cat5e categorie hebben. Hoger mag ook.
Meterkast
De laadpaal moet worden aangesloten op een aparte groep in de meterkast. Deze meterkastuitbreiding dient minimaal een aardlekautomaat type a met c karakteristiek te hebben. De waarde is afhankelijk van de aansluitwaarde van je netaansluiting. Eneco eMobility zekert altijd 1 stapje af onder de aansluitwaarde. Zie ook onderstaande tabel voor een overzicht.
Aansluitwaarde | Waarde netaansluiting | Waarde aardlekautomaat |
---|---|---|
1 fase | 35A | 32A |
3 fase | 25A | 20A |
3 fase | 35A | 30A |
Zelf aan de slag!
Ga je thuis een laadpaal installeren en wil je daarvoor werkzaamheden in eigen beheer uitvoeren? Dan hopen we je dat deze installatievoorwaarden duidelijkheid geven hoe je deze werkzaamheden goed kunt voorbereiden. Veel succes bij de voorbereidingen!